• Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar

parklaan buitengewone projecten

Het landschap, ons werk

  • Bureau
  • Actueel
  • Kunst & landschap
  • Landschapsarchitectuur
  • Keramiek
  • Fotografie

soortkeuze

apr 16 2020

Aan de slag met de Perennial meadows

Halverweg maart zijn we verhuisd en konden we echt aan de slag met de omvorming van de tuin. De huidige tuin is 25 jaar oud. Rond de tuin is een beplantingssingel aangelegd met bomen en struiken. Dicht bij het huis vormen hagen en leilinden een strak kader voor de voortuin, boomgaard en moestuin. Verderop in de tuin ligt een vijver, een bosje en helemaal achterin een poel.

foto van oude situatie (funda)

In het nieuw ontwerp gaan we uit van een strakke aanleg direct rond het huis, vloeiende vormen in de rest van de tuin en voor ons heel belangrijk; verbinding met het landschap doormiddel van  doorzichten.

ontwerp voor de tuin

De voortuin

De voortuin is nu een grasvlak met een mooie Mispel , oude waterput met tongvarens en leilinden. De voortuin is de plek waar vroeger een de boerderij stond, die is afgebroken na het gereedkomen van het nieuwe huis. De oude waterput is daar nog een overblijfsel van. Het bouwvlak van de oude boerderij vormt het kader voor de proefvelden voor de perennuals die we in de voortuin aanleggen.

De proefvakken zijn bestemd voor de vergelijking tussen perennuals die we zaaien en die we met P9 potmateriaal aanplanten. Elk vak is ca 4 m2. We hopen op basis van de proefvakken ervaring opdoen en een aantal conclusies te kunnen trekken.

  • Hoe werkt het zaaien en hoeveel komt er op?
  • Hoe zien de verschillende ontworpen mengsels er uit?
  • We hebben gekozen voor planten die droogte resistent zijn. Past dit op deze grond?
  • Wat is het verschil in ontwikkeling van de zaaivelden ten opzicht van de aanplant?
  • Wat is het kostenverschil tussen zaaien en planten?

Op al deze vragen hopen we de komende tijd in verschillende posts antwoord te kunnen geven!

De boomgaard

Om de proeftuin te maken moet de graszode verwijderd worden. Gras is de grootste concurrent van zaaigoed. De fijngemaakte zoden willen we verwerken in de boomgaard. Het platte vlak wordt glooiend en vervolgens ingezaaid met een inheems bloemenmengsel.

De achtertuin

De achtertuin bestaat uit het kader van bomen met struweel en enkele vrijstaande beuken. Aan de kopse kant wordt een deel van de (onder)beplanting verwijderd zodat er zichtlijnen naar het landschap ontstaan.

Het grasveld wordt vervangen door een grote bloemenweide, verdeeld over 11 vakken. Elk vak is ca 80-100 m2. Per vak is gekeken naar de bezonning en gewenste hoogte. Lage vakken dicht bij het huis en hoge vakken (tot 2 mtr) achterin de tuin.

Een vak is opgebouwd uit een aantal lage soorten als onderlaag, een basislaag en een bovenlaag of doorprikkers. De onderlaag bloeit vaak vroeg in het jaar en kan daarna verdwijnen. De bovenlaag bestaat uit soorten die boven alles uitsteken en reliëf geven maar ook qua bloeiwijze opvallen zoals Eremurus of Allium. De basislaag bevat de hoofdsoorten met een bloeitijd van april- oktober. Het aantal hoofdsoorten beslaat ca 75 % van het aantal. De doorprikkers 5% en worden vaak gelijk geplant zodat er ook het eerste jaar iets bloeit. Per vak is gekozen voor een aantal beeldbepalende soorten. Deze soorten kunnen in een ander vak voorkomen als nevensoort. Door deze werkwijze ontslaat variatie, maar ook eenheid zodat er ondanks de 11 vakken toch een geheel ontstaat. 

De eerste fase

We leggen de nieuwe tuin niet in één keer aan. We willen eerst onderzoeken hoe het zaaien werkt en of de verschillende soorten op deze grond goed groeien.  In de droge periode, aan het eind van de zomer willen we de vijver opknappen en vergroten. Het terras komt na de verbouwing van het atelier.

In feite zijn we in oktober 2019 al gestart. We hebben afgelopen najaar 11 soorten vaste planten in bakken gezaaid. We onderzoeken of er verschil is tussen in het najaar en in het voorjaar zaaien.  Eigenlijk wordt geadviseerd vaste planten in oktober te zaaien zodat kou en vocht op de zaden in kan werken. Een ander voordeel van het zaaien in de bakken is dat we de soorten die we straks in het terrein zaaien beter kunnen herkennen.

zaaibakjes waarin we de verschillende soorten als proef hebben gezaaid

We starten met een aantal mooie meerstammig Prunus serula bomen. Tegelijk gaan we de proeftuin en boomgaard en een deel van de bloemenweide maken. De bloemenweide bestaat het eerste jaar uit eenjarig zaaigoed. Op deze manier hebben we het eerste jaar gelijk al veel kleur in de tuin en kunnen we kijken hoe de beplanting op deze grond groeit. Ook de onkruidontwikkeling in de vakken kunnen we volgen. Omdat de te zaaien vaste planten de eerste twee jaar niet bloeien wordt geadviseerd 10% éénjarigen door het mengsel te doen. We brengen nu in feite al de zaadbronnen aan, maar het kan ook zijn dat we niet alle vaste planten vakken te gelijk inzaaien, maar dit in de tijd spreiden en langer met 1 jarigen doorgaan. Er ontstaat dan een mozaïek van kleuren en soorten dat langzaam transformeert naar grote perennial meadow. We hebben met deze opzet ook de mogelijkheid om de zaaimethode, soorten of meng % aan te passen als blijkt dat bepaalde soorten of combinaties verbeterd kunnen worden.

We zijn gestart! De plantvakken in de achtertuin zijn gefreesd en we hebben een aantal proefkralen van een het kralenveld in Rijnsburg neergelegd.

23 maart zijn we gestart met de werkzaamheden. Daarover in de volgend post meer.

Written by Parklaan · Categorized: ontwerp, perennial meadows, soortkeuze

feb 11 2020

De voorbereiding

Spring Barbican Gardens (Nigel Dunnet)

De uitgangssituatie

Vorig keer heb ik jullie al iets verteld over onze nieuwe uitdaging; het maken een bloemrijke vegetatie van perennials. Inmiddels zijn we weer wat verder met onze plannen. De eerste vraag is natuurlijk: Hoe ziet de tuin er nu uit? De tuin bestaat uit beplantingsssingels, gras, grind en water. Inmiddels weten we dat de bodem bestaat uit zwak lemig fijn zand met een waterstand van 75 cm onder het maaiveld. Eigenlijk voor Brabantse begrippen best wel nat. Afgelopen zomer is het water, door de droogte, diep weggezakt. De sloten rond onze kavel werden droge greppels en in de vijver stond nog een klein laagje water. Maar wie schetst onze verbazing; het waterschap heeft vlakbij een stuw geplaatst om het water langer vast te houden en tot 50 cm onder het maaiveld op te kunnen zetten. Doel is om het aangrenzende natuurgebied ‘t Creyspot, het agrarisch gebied met natuur en landschapswaarden en de ecoverbinding langs de hoofdwatergang vochtiger te houden. We zijn natuurlijk benieuwd hoe ver het water deze zomer wegzakt, want als er geen water aanvoer is blijft het water wel een tijdje achter de stuw hangen, maar zullen de greppels toch droog vallen.

Part of James Hitchmough’s random, naturalistic planting in the Southern Hemisphere Garden, London Olympic Park (James Hitchnough)

Gezien de klimaatvoorspellingen en de ervaring van de afgelopen zomers gaan we, bij het opzetten van het beplantingsplan, toch maar uit van perenials die in een droge bodem goed kunnen groeien. Op schaduwrijke plekken voegen we ook soorten toe die iets meer vocht nodig hebben. Op de grote grindvlakte voor het huis kiezen we soorten die in droog grind kunnen groeien. Ons uitgangspunt is dat we een beplanting ontwikkelen die geen beregening nodig heeft.

Ontwerpmethoden

Er zijn binnen de perenial movement verschillende stromingen. Prof. Jame Hitchmough heeft zijn methode van aanleg en onderhoud afgeleid van de ecologische bloemenweide in Engeland en andere plekken op de wereld. De vaste planten en grassen worden in principe gezaaid. Een enkele soort, die moeizaam ontkiemt in ons klimaat, wordt geplant. Voor zones met zon, schaduw, vocht en droogte worden, binnen een perenial meadow, verschillende mengsels gebruikt. De mengsels worden bewust ontworpen. De mengsels bevatten over het algemeen tussen de 20 en 30 soorten.

Nigel Dunnet plant de perenials en heeft een ontwerpmethodiek ontwikkeld om het resultaat er toch natuurlijk uit te laten zien. Zijn methode heet FLOW;

  • Forces- rekening houden met biotische en abiotische krachten.
  • Lagen- verticaal en horizontaal structuur aan brengen.
  • Orde-de hoofdstructuur onder het plan.
  • Waves- dynamiek in ruimte en tijd.

Het beeld is sterker gecomponeerd dan bij  Hitchmough. Het doel is meer architectonisch; een bloemenweide die aanvoelt als natuurlijk, maar eigenlijk een sterke vorm heeft met wel afgewogen kleuren, lagen en structuur. Een belangrijk uitgangspunt is dat er van april tot en met oktober,  steeds 2-3 soorten bloeien. Per zone worden maximaal 20 soorten gebruikt.

Barbican Gardens (Nigel Dunnet)

Michael King heeft de methode ontwikkeld die geschikt is voor kleine tuinen; met 5 hoofdsoorten en 4-5 nevensoorten wordt al een natuurlijk effect bereikt. De methode lijkt op de van Nigel Dunnet.

Voor onze tuin willen we de verschillende ontwerpmethoden combineren, met als belangrijk uitgangspunt het zaaien van de perenials. Zaaien is vooral bij grote oppervlakten enorm kosten besparend, maar is risicovoller en er is meer geduld nodig omdat de planten pas na 2 jaar zullen bloeien. Daarom gaan we eerst wat proefvakken aanleggen. Maar daarover en over het ondervangen van risico’s meer in de volgende aflevering.

Written by Parklaan · Categorized: ontwerp, perennial meadows, soortkeuze · Tagged: marcel eekhout, parklaan buitengewone projecten, perannial meadow, perennials

dec 27 2019

Een bloemenweide van Perennials

PARKLAAN buitengewone projecten verhuist in april 2020 naar de Dennensteeg in Schijndel. Daar hebben we voldoende ruimte om vormt te geven aan ons ideeën om een bloemenweide van vaste planten (perennials) uit te werken en in praktijk te brengen. Volg hier onze vorderingen en lees over onze successen en tegenslagen.

Written by Parklaan · Categorized: ontwerp, perennial meadows, soortkeuze, Uncategorized

Primaire Sidebar

  • nieuws
  • Projecten
  • perennial meadows
  • reuzenkralen
Parklaan buitengewone projecten, Dennensteeg 3 5481XE Schijndel 073-6140191 post@parklaan.nl