In oktober 2021 hebben we, samen met een grote groep vrijwilligers, de borders van het Jachthuis Sint Hubertus in het Park Hoge Veluwe opnieuw ingeplant.

parklaan buitengewone projecten
Het landschap, ons werk
Het ontwikkelen van bloemrijke weides met perennials.
In oktober 2021 hebben we, samen met een grote groep vrijwilligers, de borders van het Jachthuis Sint Hubertus in het Park Hoge Veluwe opnieuw ingeplant.
Wat fijn die afwisseling van zon en regen. De tuin is lekker groen en de planten groeien als nooit tevoren.
Voortuin-proeftuin
Het is altijd weer een afweging; sproeien of niet! Eigenlijk wil ik dat uit principe niet, ik wil een tuin ontwikkelen die tegen de droogte kan, maar Ik heb de nieuwe ingezaaide vakken toch 3x gesproeid. James Hitchmough adviseert om de zaaivakken 2x per week te sproeien, dan heb je de grootste opkomst. Met de regen van deze zomer was dat naar mijn idee niet echt nodig. Omdat ik de vier nieuwe proefvakken bij elkaar heb gelegd was het sproeien een fluitje van een cent.
Deze keer zijn er echt meer soorten ontkiemt en doorgegroeid. Naast de verschillende soorten zonnehoed en wolfsmelk zijn er ook verschillende asters opgekomen. De twee vakken die vorig jaar goed zijn ontkiemt groeien prima; de Echinacea bloeien zelfs al overvloedig, een jaar eerder dan verwacht!
Het vak waar ik verschillende soorten gras gemengd heb geplant, vond ik wat saai. De buurman had nog lelies over. Dat leek me wel mooi; grassen met ertussen lelies. Het was fantastisch in de aanloop naar de zomer, maar nu in de volle zomer weer een beetje saai. Straks komen de pluimen van de lampepoetser, maar wat doen we in de tussentijd? Er is wel St. janskruid opgekomen (Hypericum perforatum). Dat is een mooie combinatie. Ik twijfel tussen de perforatum en androsaemum ‘Cornflakes’ die langer bloeit en mooie vruchten heeft. Net iets gecultiveerder en hoger, maar niet overdreven.
Ik denk dat ik een deel van de graskwekerij handhaaf. De vakken van 2x 2 meter zijn fantastisch. In het voorjaar heb ik tussen het fijne pracht riet (Miscantus chinensis ‘Gracimillus’) ijzerhard gezet. Tussen het parelgras (Sporobolus heterolepsis ‘Cloud’) heb ik duizendblad laten groeien. Wat je met twee soorten al niet kunt bereiken! Proefvakken geslaagd, op naar de volgende ronde!
Boomgaard-bijentuin
De margrietenweide is begin juli, na de zaadvorming en het ineenstorten van de vegetatie gemaaid. Het licht glooiende maaiveld is weer zichtbaar, eigenlijk een mooie seizoensverandering. We gaan nu maaien tot de appels en peren zijn geplukt. Hopen dat we volgende jaar nog meer margrieten hebben!
De bijen hebben dit jaar minder geleverd dan voorgaand jaar. Door het koelere voorjaar is alles, en dus ook de bijen, later op gang gekomen.
Achtertuin-perennial meadow
De twee vakken in de achtertuin die zijn ingezaaid met vaste planten doen het fantastisch. Soms heb ik het idee dat de vaste planten beter kiemen en groeien als er eenjarige planten boven staan. In een vak vormt de coreopsis tinctoria de bovenlaag en in het andere vak de middelhoge meerbloeminge zonnebloem. In beide vakken zijn deze soorten zelf opgekomen uit het gevallen zaad van vorig jaar. Als er al eenjarigen hebben gestaan is het toevoegen van 10% eenjarigen in het vaste plantenzaaimengsel dus niet nodig. Handig om te weten. Om de jonge vaste planten wat licht en lucht te geven zorg ik er wel voor dat de eenjarigen niet te dicht staan.
De nieuwe Dommelmeander
Met het wisselende weer staan op de laagtes van onze zelf gemaakte Dommelmeander, soms vol met water en soms leeg. De grote wederik (Lysimachia vulgaris) en Kattestaart (Lytrum salicaria) er bloeien volop. Ook het liesgras komt weer op. Het is een mooie plant met een mooie bloeiwijze, maar kan enorm de overhand krijgen. Ik hou hem in toom door het liesgras met wortels en al uit te trekken. In de vijverrand is moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora) opgekomen. Niet echt een overweldigende bloeier, maar wel leuk.
Het nieuwe sinusmaaien werpt zijn vruchten al. De vegetatie is dit jaar al gevarieerder en er bloeien, tot onze verbazing, hier en daar breedbladige wespenorchissen.
We gaan dus door met het sinusbeheer waarbij verschillende delen van het gras op verschillende momenten wordt gemaaid. Door dit beheer ontwikkelen we als het goed is verschillende vegetatietypen.
Gelukkig, het heeft meer geregend dan vorig jaar. De nieuw ingeplante en de ingezaaide proefveldjes doen het goed. De gezaaide soorten die in ieder geval al opkomen zijn Malva, Echinacea , Salvia, Euphorbia, Baptisia en Foeniculum. Ook de twee velden die vorig jaar zijn opgekomen groeien goed. Het valt me op dat de gezaaide planten direct penwortels ontwikkelen en daardoor beter tegen droogte bestand zijn dan de geplante soorten. Ze gaan dus gelijk op zoek naar water. Nadeel is dat ze zich moeilijk laten verplanten, maar daar was het ons niet om te doen!
De bijenstal staat in middels op de boomgaard gericht. Waardoor de bijen ongestoord weg kunnen vliegen. De vegetatie in de boomgaard ontwikkeld zich tot een gemengd margriet-/ klaprozenveld met hier een daar smeerwortel. Ik ben benieuwd hoe lang de bloei van deze soorten doorloopt en of er nog meer soorten inkomen. Rondom de boomgaard ligt een graspad. We zullen de vegetatie in de boomgaard pas maaien als de appels en peren geplukt kunnen worden.
Ook de zaaivakken in de achtertuin ontkiemen goed. Als eerste actie heb ik de klaprozen en wilde peen, die vorig voorjaar gezaaid zijn, voor 90% verwijderd om meer warmte en zon op de bodem te krijgen. In deze vakken herken ik vooral de Echinacea, Rudbeckia, Foeniculum en Malva.
In drie vakken heb ik weer éénjarigen gezaaid. Het zaad heb ik van de planten gewonnen die vorige jaar hebben gebloeid. 1 gram per m2 leek me genoeg omdat er ook nog zaad is gevallen. Opvallend is wel al het vak met de oranje Escholtzia. Deze hebben we gewonnen uit zaad van een paar planten die in de tuin stonden. Ik heb maar 8% aan het zaadmengsel toegevoegd, maar het is lekker overheersend. Lijkt wat dat betreft wel op de Nederlandse papaver.
De irisvijver
De vijver wordt onze Iristuin! Langs de oevers en in het water hebben we verschillende soorten irissen gezet met hoofdzakelijk een blauwe of gele kleur. Door de verschillende soorten ontstaat ook een langere bloeiperiode. In het water natuurlijk de gele lis (Iris pseudacorus), maar ook Japanse irissen (Iris intermedia). Op de overgang naar het talud staan Iris siberica en japanse irisssen. In het droge talud, op de zon staan baardirissen (Iris germanica) in de meest waanzinnige kleuren.
De oevers zijn verder ingeplant met soorten die in de oorspronkelijke tuin in de zon stonden, maar schaduw nodig hebben zoals zoals hosta’s, bonte zegge en liriope. Deze soorten hebben we aangevuld met grote zegge, varens, Brunnera en Hemerocallus., soorten die bloeien als de Irissen dat niet doen. Bij de vijver is ook een vak beplant met Miscanthus chinensis ‘Gracimillus’. Het sierlijke, fijne prachtriet vormt achtergrond voor de vijver. Als proef zijn tussen het hoge siergras hoge vaste planten gezet als solidago rigida, persicaria polymorpha en Aster amestinus ‘Freiborg’. Als onderlaag is Pennisetum ‘Penelope’ aangebracht. De siergrassen komen uit het kweekvak van de proeftuin.
Om een beter watermilieu te krijgen hebben we water- en zuurstofplanten geplant. Natuurlijk eerst een waterpak aangeschaft zodat we ook het onderhoud makkelijker wordt. De eerste middelste groene kikkers en kleine watersalamanders zijn al gesignaleerd. En aan het geluid te horen hebben ze het goed naar hun zin.
Ook het gazon vraagt aandacht!
Het gazon rond het huis en de paden zullen we intensief (1 x per week) maaien zodat daar ruimte is voor lage soorten als madelief, ereprijs en paardenbloem. Verspreid over de tuin en langs de vijver stonden pinksterbloemen te bloeien. Niet veel, maar wel aanwezig. We willen de pinksterbloemen verder ontwikkelen en hebben delen van het gazon pas na de zaadzetting, eind mei, gemaaid.
Een deel van ons gazon ontwikkelt zich inmiddels tot een bloemenrijk grasland met uitgemaaide paden. Naast madeliefjes, smalbladige weegbree en paarse dovenetel staat er veel hondsdraf, thijm-ereprijs en op de nattere delen veldbies, kleine zegge en vijfvingerkruid. De delen die we laten groeien maaien we eind juni, andere delen pas in augustus en een aantal randen pas in het voorjaar. Ik hoop dat we het consequent volhouden zodat op de verschillende plekken ook verschillende vegetaties ontstaan. In een van de wadi’s staat inmiddels puntwederik, zegge en gele lis.
Na een onverwachte witte winter hier aan de Dennensteeg zijn we weer ontwaakt uit de winterslaap en gaan we aan de slag met het nieuwe groeiseizoen van de perennial meadow. Maar eerst, gewoon omdat het zo mooi was, wat plaatjes van de afgelopen winter.
Door het dikke pak sneeuw heb ik het idee, dat veel planten goed door de winter gekomen zijn. Al zijn we natuurlijk benieuwd wat de sneeuwbui van 7 mei voor effect heeft gehad. En nu we ook al flink aantal zonnige dagen hebben gehad zit de groei er goed in. Dus tijd om jullie mee te nemen met de voorbereiding voor het nieuwe groeiseizoen.
In het najaar hebben we vooral hard gewerkt in de proeftuin. De siergrassen zijn afgelopen zomer flink gegroeid. Ze zijn uitgedund waarbij we het grootste deel in de achtertuin, op de nieuwe permanente plekken, is geplant. Een deel is blijven staan en hebben we gecombineerd met een tweede soort. Het zijn combinaties die deels spontaan zijn ontwikkeld en we erg mooi vonden. Sporobolus h. ‘Cloud’(parelgras) is gecombineerd met Achillea millefolium. De Miscantus s. ‘Gracimillus’ is gecombineerd met Verbena bonariensis.
Minder mooie combinaties in de proeftuin zijn uit elkaar gehaald en naar elders in de tuin verhuisd. De Anthemus tinctoria ‘Sause Hollandaise’ bloeit enorm mooi en lang, van mei tot september, maar is een wat ruigere groeier. Hij paste niet bij de andere soorten in het mengsel. We hebben hem nu gecombineerd met Oreganum ‘Rosenkuppel’ en Iris germanica.
In oktober hebben we nieuwe proefvakken ingezaaid. Nu dus in een, volgens James Hitchmouth, gunstigere periode. Zaden die vorst nodig hebben zouden nu beter moeten kiemen.
Deze keer hebben we naast het zaaigoed ook soorten geplant die slecht kiemen, als zaad zeer kostbaar zijn of in zeer lage aantallen voorkomen. Een voorbeeld zijn Kniphofia en Rudbeckia maxima. Ze komen in percentages van minder dan 5% voor maar gaan wel de opvallende bovenlaag van de beplanting vormen (ook wel doorprikkers).
Ook de grassen zijn geplant. Zij hebben ook een laag % maar een ander probleem. Ik merkte dat het, voor mij, niet te doen is om het jonge raaigras, dat een bedreiging is voor het zaaigoed, te onderscheiden van de net gekiemde Descampsia en Pennisetum.
De vier vakken die opnieuw zijn ingezaaid in de proeftuin, liggen nu geconcentreerd bij elkaar. Daarmee hebben we het water probleem opgelost. De vaste planten zijn namelijk geselecteerd op droogte residentie en krijgen alleen in een noodsituatie water. De ingezaaide vakken ontkiemen het beste als ze bij droog weer 2x per week water krijgen. Ze kunnen nu water krijgen als dat nodig is, zonder dat de ingeplante proefvakken water krijgen.
In de geplante proefvakken vallen dit voorjaar vooral de verschillende soorten wolfsmelk op. De Euphorbia cyparissias en Euphorbia polychroma zaaien zich op deze leemhoudende zandgrond goed uit.
De boomgaard-bijentuin
Alle bomen in de boomgaard bloeien inmiddels. Door de ochtendvorst dit voorjaar zijn we wel benieuwd of we in de herfst appels en peren kunnen plukken. De vorige eigenaren vertelde ons overigens dat de peren, in de 25 jaar dat ze er staan, nooit veel vrucht hebben gegeven. Dat is bij ons anders. Ze hingen vol! We denken dat het komt doordat de bijenkasten aan de rand van de boomgaard staan. De boomgaard is daarmee ook een gebied geworden waar we extra letten op de ontwikkeling van drachtplanten. Maar gelukkig kunnen de bijen vliegen. Voor de bijen en natuurlijk ook voor andere insecten is de hele tuin een gedekte tafel waar het hele jaar wat te vinden is.
De achtertuin- perennial meadow
De vegetatie onder de boomgaard is goed de winter door gekomen. De vaste planten zoals smal bladige weegbree en de margrieten beginnen nu echt door te groeien en knop te vormen. Ook smeerwortel neemt zijn plek in en bloeit inmiddels.
De grote plantstroken in de achtertuin zijn opnieuw ingezaaid. Sommige als perennial meadow en andere met eenjarige soorten. De 5% wilde peen, waarvan ik vorig jaar dacht dat het % veel te laag was, blijkt nu toch een mooie basis te vormen. In Engeland worden de perennial vakken vaak verrijkt met 10% 1-jarigen. Zodat er ook de eerste jaren als iets bloeit. Bij ons hebben de 1 jarigen die er vorige jaar stonden voldoende zaad laten vallen waardoor de vakken automatisch met bloemen wordt verrijkt. Net als in de nieuwe proefvakken hebben we in de perennial vakken doorprikkers en grassen geplant.
Spannend om de eerste grote vakken nu echt in te zaaien met de perennials! We zullen in een volgend blog de vertellen hoe deze zich ontwikkelen.
De vijver is uitgebaggerd en we hebben laagtes gegraven om water vast te houden. Vijver en laagtes hebben samen de vorm van een Dommelmeander. Rond en in de vijver zijn veel irissen geplant. Daarover de volgende keer meer.
De voortuin, proeftuin
Het voorjaar was droog en de zomer is heet, gelukkig hebben we ook een zeer wisselende periode gehad met regen én zon. Bij de met vaste planten ingezaaide vakken valt opkomst tegen. Soorten die goed ontkiemen zijn Euphorbia, Echinacea, Rudbeckia, Malva, maar ook een enkele Baptisia, Trifolium en Aesclepias. Ook nu nog, midden in de zomer ontkiemen er planten, deze week heb ik de Oreganum en Eupatorium ontdekt.
James Hitschmough geeft aan dat in het voorjaar zaaien kan, maar dat oktober het hoogste slagingspercentage geeft. Dat lijkt dus te kloppen. De vakken die vrijwel geen ontkieming laten zien zullen we in oktober opnieuw inzaaien. Het te zaaien aantal planten per m2 is bij deze methode anders als bij het zaaien van gras of eenjarigen. Normaal wordt vaak gerekend met 2-4 gram per m2. Voor de perennial meadow is het aantal gewenste planten per m2 van een bepaalde soort bepalend. Er is een formule ontwikkeld waarbij het kiempercentage en het aantal planten van een bepaalde soort bepalend is. Bij lichte zaden kan het zo maar voorkomen dat er maar 0.05 gram per m2 nodig is. De ontkiemde planten zullen door deze methode bij het ontkiemen al ruim uit elkaar staan, dat is even wennen.
Wat de proefvakken tot nu toe ook laten zien is dat de mulchlaag van zand goed werkt tegen allerlei soorten onkruid en gras. Het nadeel is denk wel dat de bovenlaag snel uitdroogt. Het advies om 2-3 x per week te sproeien, voor een goede ontkieming hebben we een tijd vol gehouden. We merkten echter dat het vele water voor de ingeplante, niet bezande, vakken te veel van het goede was. We geven nu alleen nog incidenteel water en kijken wat er verder nog ontkiemt.
De ingeplante vakken laten goed zien welke plantcombinaties mooi en minder mooi zijn, over welke periode bloei plaats vindt en of ze stevig zijn. Een top combi is voor mij Trollius ‘Golden Queen’ (oranje) , T. ‘Lemon Queen’ (geel) in combinatie met Lythrum virgatum ‘Dropmore Scarlet’ (lila). Gedurende de droge periode zijn een paar soorten weggevallen die de droogte toch niet konden verdragen een voorbeeld is Nepeta nervosa.
Het grote vak met grassen, dalia’s en gladiolen heeft het overigens erg goed gedaan. De Gladiolen, zijn door de beperkte hoeveelheid water juist stevig geworden en hadden geen ondersteuning nodig. In de verschillende vakken zijn Achillea’s opgekomen uit nog aanwezige wortelstokken. Deze heb ik in een aantal vakken laten staan. Het resultaat is een aanvulling met een mooie horizontale structuur. Door de lang bloeiende witte schermen lichten de vakken op. Ook tussen de grassen geeft dit een fantastisch effect. Deze soort is een blijvertje!
De varentuin met Liriope, Carex en drie soorten varens, groeit goed. De kleine cyclamen beginnen te bloeien. We hebben aan dit groene vak Hemerocallus ‘Arctic Snow’ toegevoegd om ook in de zomer wat licht en kleur te krijgen.
De boomgaard
In de boomgaard is een bermmengsel gezaaid met half hoge kruidenvegetatie met 20 soorten (Advanta). Het zijn inheemse één-jarigen en vaste planten. Ook hier geld dat nog niet alle vaste soorten zijn opgekomen. Om dit jaar toch veel kleur te hebben heb ik eenjarige Coreopsis lanceolata en klaproos aan het mengsel toegevoegd. Ook hier komen langs de randen van het ingezaaide vlak veel Achillea’s op.
De achtertuin
De eenjarige planten die we in de achtertuin hebben gezaaid zijn goed opgekomen en bloeien overvloedig.
Dit zijn de vakken die uiteindelijk een perennial meadow moeten vormen. Het doel was om ook deze zomer al wat kleur in de tuin te hebben, maar ook om de groeiomstandigheden te observeren. Aan de bloembedden is goed te zien waar veel schaduw van de omringede bomen aanwezig is en waar het de hele dag zonnig is. Daarnaast blijkt een vak waar ik niet zo veel van verwachte juist optimaal te groeien doordat hij iets in de in de luwte staat. Een ander vak dat meer op de zon ligt blijkt ook meer op de wind te liggen. Dit vak is bij een zware onweersbui dan ook ingestort. Al met al ben ik blij dat we deze vakken al kunnen observeren.
Er zijn verschillende topcombinaties; korenbloem, Cosmea en kleine zonnebloem is erg mooi. Het vak met ridderspoor, juffertje in het groen en enkel afrikaantje heeft een totaal ander karakter, maar is erg geslaagd. In twee andere vakken overheerst de klaproos de meisjesogen en ridderspoor.
De dille en wilde peen, die 5% van de mengingen uitmaakten, zijn slechte opgekomen, maar het lijkt erop dat ze zich alsnog ontwikkelen. Het idee van een transparant laagje boven de andere soorten is met een beetje fantasie zichtbaar.
Mijn conclusie is dat je ook bij het zelf samenstellen van eenjarige zaadmengsels goed op de kiempercentages moet letten. Meer wilde peen en dille en minder klaproos!
In het achterdeel van de tuin met voorheen 100% gazon hebben we alleen graspaden uitgemaaid en kijken we wat er aan grassen en vegetatie ontwikkelt.
De zonering die door het afwisseling tussen inplanten, inzaaien en extensief beheren is ontstaan bevalt goed en geeft veel afwisseling. Het is een mooi aanknopingspunt voor de ontwikkeling van de tuin.