• Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar

parklaan buitengewone projecten

Het landschap, ons werk

  • Bureau
  • Actueel
  • Kunst & landschap
  • Landschapsarchitectuur
  • Keramiek
  • Fotografie

perennials

mei 06 2021

Sneeuw, zon en regen

Na een onverwachte witte winter hier aan de Dennensteeg zijn we weer ontwaakt uit de winterslaap en gaan we aan de slag met het nieuwe groeiseizoen van de perennial meadow. Maar eerst, gewoon omdat het zo mooi was, wat plaatjes van de afgelopen winter.

kralen in de sneeuw
kralen in de sneeuw
winterbeeld laagtes

Door het dikke pak sneeuw heb ik het idee, dat veel planten goed door de winter gekomen zijn. Al zijn we natuurlijk benieuwd wat de sneeuwbui van 7 mei voor effect heeft gehad. En nu we ook al flink aantal zonnige dagen hebben gehad zit de groei er goed in. Dus tijd om jullie mee te nemen met de voorbereiding voor het nieuwe groeiseizoen.

De voortuin-proeftuin

In het najaar hebben we vooral hard gewerkt in de proeftuin. De siergrassen zijn afgelopen zomer flink gegroeid. Ze zijn uitgedund waarbij we het grootste deel in de achtertuin, op de nieuwe permanente plekken, is geplant. Een deel is blijven staan en hebben we gecombineerd met een tweede soort. Het zijn combinaties die deels spontaan zijn ontwikkeld en we erg mooi vonden.  Sporobolus h. ‘Cloud’(parelgras) is gecombineerd met Achillea millefolium. De Miscantus s. ‘Gracimillus’ is gecombineerd met Verbena bonariensis.

nieuwe aanplant in proeftuin

Minder mooie combinaties in de proeftuin zijn uit elkaar gehaald en naar elders in de tuin verhuisd. De Anthemus tinctoria ‘Sause Hollandaise’ bloeit enorm mooi en lang, van mei tot september, maar is een wat ruigere groeier. Hij paste niet bij de andere soorten in het mengsel. We hebben hem nu gecombineerd met Oreganum ‘Rosenkuppel’ en Iris germanica.

In oktober hebben we nieuwe proefvakken ingezaaid. Nu dus in een, volgens James Hitchmouth, gunstigere periode. Zaden die vorst nodig hebben zouden nu beter moeten kiemen.

Deze keer hebben we naast het zaaigoed ook soorten geplant die slecht kiemen, als zaad zeer kostbaar zijn of in zeer lage aantallen voorkomen. Een voorbeeld zijn Kniphofia en Rudbeckia maxima. Ze komen in percentages van minder dan 5% voor maar gaan wel de opvallende bovenlaag van de beplanting vormen (ook wel doorprikkers).

Kniphofia tussen de ontkiemde klaprozen

Ook de grassen zijn geplant. Zij hebben ook een laag % maar een ander probleem. Ik merkte dat het, voor mij,  niet te doen is om het jonge raaigras, dat een bedreiging is voor het zaaigoed,  te onderscheiden van de net gekiemde Descampsia en Pennisetum.

De vier vakken die opnieuw zijn ingezaaid in de proeftuin, liggen nu geconcentreerd bij elkaar. Daarmee hebben we het water probleem opgelost. De vaste planten zijn namelijk geselecteerd op droogte residentie en krijgen alleen in een noodsituatie water. De ingezaaide vakken ontkiemen het beste als ze bij droog weer 2x per week water krijgen. Ze kunnen nu water krijgen als dat nodig is, zonder dat de ingeplante proefvakken water krijgen.

Euphorbia cyparissias geplant en uitgezaaid

In de geplante proefvakken vallen dit voorjaar vooral de verschillende soorten wolfsmelk op. De Euphorbia cyparissias en Euphorbia polychroma zaaien zich op deze leemhoudende zandgrond goed uit.

 De boomgaard-bijentuin

Alle bomen in de boomgaard bloeien inmiddels. Door de ochtendvorst dit voorjaar zijn we wel benieuwd of we in de herfst appels en peren kunnen plukken.  De vorige eigenaren vertelde ons overigens dat de peren, in de 25 jaar dat ze er staan, nooit veel vrucht hebben gegeven. Dat is bij ons anders. Ze hingen vol! We denken dat het komt doordat de bijenkasten aan de rand van de boomgaard staan. De boomgaard is daarmee ook een gebied geworden waar we extra letten op de ontwikkeling van drachtplanten. Maar gelukkig kunnen de bijen vliegen. Voor de bijen en natuurlijk ook voor andere insecten is de hele tuin een gedekte tafel waar het hele jaar wat te vinden is.

boomgaard

De achtertuin- perennial meadow

De vegetatie onder de boomgaard is goed de winter door gekomen. De vaste planten zoals smal bladige weegbree en de margrieten beginnen nu echt door te groeien en knop te vormen. Ook smeerwortel neemt zijn plek in en bloeit inmiddels.

bloemrijke voorjaarsvegetatie in het gazon; druk bezocht door bijen

De grote plantstroken in de achtertuin zijn opnieuw ingezaaid. Sommige als perennial meadow en andere met eenjarige soorten. De 5% wilde peen, waarvan ik vorig jaar dacht dat het % veel te laag was, blijkt nu toch een mooie basis te vormen. In Engeland worden de perennial vakken vaak verrijkt met 10% 1-jarigen. Zodat er ook de eerste jaren als iets bloeit. Bij ons hebben de 1 jarigen die er vorige jaar stonden voldoende zaad laten vallen waardoor de vakken automatisch met bloemen wordt verrijkt. Net als in de nieuwe proefvakken hebben we in de perennial vakken doorprikkers en grassen geplant.

Spannend om de eerste grote vakken nu echt in te zaaien met de perennials! We zullen in een volgend blog de vertellen hoe deze zich ontwikkelen.

gezaaide 1-jarigen met wilde peen van vorig jaar

De vijver is uitgebaggerd en we hebben laagtes gegraven om water vast te houden. Vijver en laagtes hebben samen de vorm van een Dommelmeander. Rond en in de vijver zijn veel irissen geplant. Daarover de volgende keer meer.

wadi
vol geregende laagte aan het eind van de winter

Written by admin · Categorized: perennial meadows · Tagged: blog vaste planten perennial meadow, parklaan buitengewone projecten, perennials

feb 11 2020

De voorbereiding

Spring Barbican Gardens (Nigel Dunnet)

De uitgangssituatie

Vorig keer heb ik jullie al iets verteld over onze nieuwe uitdaging; het maken een bloemrijke vegetatie van perennials. Inmiddels zijn we weer wat verder met onze plannen. De eerste vraag is natuurlijk: Hoe ziet de tuin er nu uit? De tuin bestaat uit beplantingsssingels, gras, grind en water. Inmiddels weten we dat de bodem bestaat uit zwak lemig fijn zand met een waterstand van 75 cm onder het maaiveld. Eigenlijk voor Brabantse begrippen best wel nat. Afgelopen zomer is het water, door de droogte, diep weggezakt. De sloten rond onze kavel werden droge greppels en in de vijver stond nog een klein laagje water. Maar wie schetst onze verbazing; het waterschap heeft vlakbij een stuw geplaatst om het water langer vast te houden en tot 50 cm onder het maaiveld op te kunnen zetten. Doel is om het aangrenzende natuurgebied ‘t Creyspot, het agrarisch gebied met natuur en landschapswaarden en de ecoverbinding langs de hoofdwatergang vochtiger te houden. We zijn natuurlijk benieuwd hoe ver het water deze zomer wegzakt, want als er geen water aanvoer is blijft het water wel een tijdje achter de stuw hangen, maar zullen de greppels toch droog vallen.

Part of James Hitchmough’s random, naturalistic planting in the Southern Hemisphere Garden, London Olympic Park (James Hitchnough)

Gezien de klimaatvoorspellingen en de ervaring van de afgelopen zomers gaan we, bij het opzetten van het beplantingsplan, toch maar uit van perenials die in een droge bodem goed kunnen groeien. Op schaduwrijke plekken voegen we ook soorten toe die iets meer vocht nodig hebben. Op de grote grindvlakte voor het huis kiezen we soorten die in droog grind kunnen groeien. Ons uitgangspunt is dat we een beplanting ontwikkelen die geen beregening nodig heeft.

Ontwerpmethoden

Er zijn binnen de perenial movement verschillende stromingen. Prof. Jame Hitchmough heeft zijn methode van aanleg en onderhoud afgeleid van de ecologische bloemenweide in Engeland en andere plekken op de wereld. De vaste planten en grassen worden in principe gezaaid. Een enkele soort, die moeizaam ontkiemt in ons klimaat, wordt geplant. Voor zones met zon, schaduw, vocht en droogte worden, binnen een perenial meadow, verschillende mengsels gebruikt. De mengsels worden bewust ontworpen. De mengsels bevatten over het algemeen tussen de 20 en 30 soorten.

Nigel Dunnet plant de perenials en heeft een ontwerpmethodiek ontwikkeld om het resultaat er toch natuurlijk uit te laten zien. Zijn methode heet FLOW;

  • Forces- rekening houden met biotische en abiotische krachten.
  • Lagen- verticaal en horizontaal structuur aan brengen.
  • Orde-de hoofdstructuur onder het plan.
  • Waves- dynamiek in ruimte en tijd.

Het beeld is sterker gecomponeerd dan bij  Hitchmough. Het doel is meer architectonisch; een bloemenweide die aanvoelt als natuurlijk, maar eigenlijk een sterke vorm heeft met wel afgewogen kleuren, lagen en structuur. Een belangrijk uitgangspunt is dat er van april tot en met oktober,  steeds 2-3 soorten bloeien. Per zone worden maximaal 20 soorten gebruikt.

Barbican Gardens (Nigel Dunnet)

Michael King heeft de methode ontwikkeld die geschikt is voor kleine tuinen; met 5 hoofdsoorten en 4-5 nevensoorten wordt al een natuurlijk effect bereikt. De methode lijkt op de van Nigel Dunnet.

Voor onze tuin willen we de verschillende ontwerpmethoden combineren, met als belangrijk uitgangspunt het zaaien van de perenials. Zaaien is vooral bij grote oppervlakten enorm kosten besparend, maar is risicovoller en er is meer geduld nodig omdat de planten pas na 2 jaar zullen bloeien. Daarom gaan we eerst wat proefvakken aanleggen. Maar daarover en over het ondervangen van risico’s meer in de volgende aflevering.

Written by admin · Categorized: ontwerp, perennial meadows, soortkeuze · Tagged: marcel eekhout, parklaan buitengewone projecten, perannial meadow, perennials

Primaire Sidebar

Parklaan buitengewone projecten, Dennensteeg 3 5481XE Schijndel 073-6140191 post@parklaan.nl